Als Jezus een afwachtende houding had aangenomen in zijn roeping en bediening, zouden wij vandaag de dag dezelfde wonderen en tekenen ervaren. Zouden wij voor Gods troon kunnen komen of überhaupt een leven met Jezus hebben. Wat weerhoudt ons ervan om in onze roepingen te gaan staan en vast te houden aan de normen en waarden die God ons geeft. De zekerheid van een identiteit die wij in ons mogen dragen en uitdragen.
Hier sta ik dan tot mijn enkels weggezakt in het zand, op een kruispunt dat zich midden in de woestijn begeeft. Niet wetende hoe ik mijn voeten hieruit krijg en de volgende stap moet maken. Moet ik ze uitgraven, eruit trekken of zak ik dan nog verder weg? Ik sta stil en wordt afgeleid door alles om mij heen. Om mij heen gebeurt er van alles, karren met handel trekken voorbij en er worden zaken gedaan. Mensen vestigen zich op dit kruispunt, aangezien dit ook als een veilige haven wordt ervaren. De handel trekt voorbij. Hierdoor hoeven zij alleen plaats te nemen en kunnen zij hun zaken afhandelen. Op het kruispunt staat een groot verkeersbord, een die totaal niet in het profiel plaatje past. Een woestijngebied met een ANWB-verkeersbord. De richting op dit bord veranderd elke keer als ik opkijk. Hoe moet ik nu een keuze maken en weten welke kant ik op moet?
Ik probeer me te focussen op alles wat er gebeurt en hoe ik loskom uit dit zand. Zodat ik vrij kan bewegen en hiermee het kruispunt kan verlaten. Maar deze keer overvalt de warmte mij. De zon schijnt fel en ik ervaar de druk van de warmte. Ik voel de zweetdruppels op mijn voorhoofd en die zakken langzaam over mijn neus. Als ik naar de zon probeer te kijken blokkeert een grote pilaar mijn zicht op de zon. Het voelt ergens wel comfortabel deze schaduw. Hierdoor vergeet ik even dat ik weggezakt ben in het zand en alles wat er om mij heen gebeurt. Als ik nogmaals op kijk, is wederom de richting op het verkeersbord gewijzigd. Maar ook mijn schaduw komt vanuit een andere hoek en gaat nu langs mij heen. In plaats van over mij heen. Ik ervaar langzaam een zuchtje wind en deze geeft verkoeling. De druk van de warmte en de plakkerigheid verdwijnt. Ik kijk op naar de zon en kijk deze in, zonder verblind te worden. Mijn voeten zijn niet meer weggezakt in het zand en op het ANWB-verkeersbord staat nu de richting, waarvan ik ervaar dat dit de juiste route is. Op het bord staan een aantal Bijbelteksten. Jeremia 29: 11 /12, Jesaja 61:1,2,3 en Titus 2:3/4/5.
Het zijn teksten waar ik bekend mee ben en voor sommige een bewogenheid heb. Ik verlaat het kruispunt en sla af. Weg uit het stof, zand en drukte. De weg loopt langzaam over naar een weg waar de rust niet alleen voelbaar is, maar ook zichtbaar. Ineens hoor ik het geluid van golven die aankomen op het strand. Maar ook met een alarmbel die steeds meer overheerst. Ineens schiet ik wakker en besef ik me dat ik gewoon thuis ben en in mijn bed lig in Koog aan de zaan. En dat mijn wekker is afgegaan. Ik schrijf de droom op in het notitieblok op mijn telefoon. Aangezien ik nu nog de Bijbelteksten, het gevoel en elk detail kan herinneren.
Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. (Jeremia 29:11-12 HSV)
De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE en de dag van de wraak van onze God; om alle treurenden te troosten; om aangaande de treurenden van
Sion te beschikken dat hun gegeven zal worden sieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een benauwde geest, opdat zij genoemd worden eiken van de gerechtigheid, een planting door de HEERE, om Hem te verheerlijken.(Jesaja 61:1-3 HSV)
Evenzo moeten de oudere vrouwen in hun gedrag zijn zoals het heiligen past: geen kwaadspreeksters, niet verslaafd aan veel wijn, maar leraressen van het goede, opdat zij de jongere vrouwen leren verstandig te zijn, hun man lief te hebben, hun kinderen lief te hebben, bezonnen te zijn en kuis, te zorgen voor hun huishouden, goed te zijn, hun eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord van God niet gelasterd wordt. (Titus 2:3-5 HSV)
Weken en maanden gaan voorbij. In deze periode lees ik de teksten, droom nog een aantal keer terug en neem ze mee in zowel mijn stille tijd als mijn gebed. Ze geven hoop in een periode van keuzes maken, droogte en strijdbaar maken om de goede strijd te strijden. De maanden die voorbij gaan voelen droog, met moeite. Ik ervaar zelf op een aantal gebieden geen uitzicht en veel strijd. Zoekende naar een wegwijzer, die wijst naar de juiste afslag met Jezus. Ik stap uit en hou vast aan de belofte en woorden die Jezus mij eerder gaf. Zoekende naar de juiste plek, bediening en ondanks alle droogte de focus bewaren. Broers en zussen bemoedigen en ik toets hierop elke keer het advies en woorden die gesproken woorden. Niet omdat ik geen geloof heb, maar de Here mij ondanks mijn droogte alles voor lief wil laten aannemen. Waarom bewandel ik dit pad en wat zijn mijn talenten, gave en bedieningen? Maar wat betekende de gebeurtenissen in de droom, zoals afgeleid worden door alle zaken om ons heen? Vast zitten in het zand en het gevoel hebben stil te staan. Op verschillende momenten komt de droom terug, maar ik kan mijn vinger er niet helemaal opleggen.
Tot het moment dat wij te gast zijn in een andere gemeente, om een zus die net gedoopt is te ondersteunen. Het is setting waar je niet gelijk een dienst zou verwachten. Als je naar buiten kijkt heb je zicht op een druk kruispunt, waar handel wordt gedreven, drukte is en waar alles en iedereen voorbij komt. Als het Woord van de Here wordt gesproken is de afleiding van buiten direct weg. Na een korte inleiding van het Woord, haalt de spreker het kruispunt waar de gemeente aan ligt aan. Hij beschrijft kort de situatie en maakt de vergelijking met de volgende Bijbeltekst die het verhaal onderbouwd.
En Terah nam Abram, zijn zoon, en Lot, zijn kleinzoon, de zoon van Haran, en Sarai, zijn schoondochter, de vrouw van zijn zoon Abram, en zij trokken met hen uit Ur van de Chaldeeën om naar het land Kanaän te gaan; en zij kwamen tot Haran en bleven daar wonen. (Genesis 11:31 HSV)
Ze verbleven op het kruispunt van Haran, bleven daar wonen, terwijl zij onderweg waren naar het land Kanaän. Was dit doordat zij werden afgeleid of was het wel comfortabel? Direct denk ik terug aan de droom die ik eerder had en herken veel details uit het verhaal en het Woord wat wordt gedeeld door de voorganger. Ik schrijf de woorden op die God spreekt, zodat ik ze op een later moment kan terug lezen en overdenken. Alleen dat moment volgt niet direct, aangezien de week een andere planning heeft.
De woensdag die hierop volgt is er een profetische avond, waar Steve en Rita Fedele ons voorgaan. Een Amerikaans echtpaar die de wereld rondgaan, aangezien zij een profetische gave hebben. Steve geeft onderwijs over het spreken van het profetische woord. Het is iets wat zowel in het oude als nieuwe testament gebeurde.
Profetie is de daad van het profeteren of de woorden die geprofeteerd zijn. Openbaring of ingeving. Profetie berust op openbaring door God of ingeving door God.
We zijn als gezin naar deze avond gekomen en genieten van het onderwijs en Gods woorden/beloftes die over broers en zussen worden uitgesproken. Ook Clement en ik worden naar voren gehaald en staan gespannen in de rij, in afwachting wat God zal spreken. Als wij worden aangewezen om naar voren te komen, spreekt God zo krachtig dat ik alleen maar mijn ogen kan sluiten en kan ontvangen. De Here spreekt mij rechtstreeks aan en benoemt dat ik niet langer mag schuilen. Deze woorden komen binnen en raken mijn hart. De woorden zijn bemoedigend en krachtig, maar gaan ook gedeeltelijk langs mij heen. Omdat ik Gods aanwezigheid zo ervaar als ik daar samen met mijn man sta. Ik voel me net als Mozes die glimmend de berg afkomt, na een zijn ontmoeting met God.
En het gebeurde, toen Mozes van de berg Sinaï afdaalde – de twee tafelen van de getuigenis waren in Mozes’ hand, toen hij van de berg afdaalde – dat Mozes niet wist dat de huid van zijn gezicht glansde, omdat de HEERE met hem gesproken had. (Exodus 34:29 HSV)
De volgende ochtend, luister ik de voicememo van Gods gesproken woorden terug. Als ik hem in zijn geheel heb afgeluisterd, ben ik even stil en dwalen mijn gedachten af naar het beeld. Het beeld uit mijn droom van de schaduw waar ik eerst achter schuilde en die later naast mij stond en meeging. Met een bakkie koffie, mijn bijbel en een notitieblok neem ik plaats aan mijn eettafel. En begin de voicememo zin voor zin te vertalen. Sommige zinnen en woorden luister ik wel meerdere keren terug, omdat je bijna niet kan geloven dat God zo tegen ons spreekt.Een van de dingen die hij bevestigd is een gesprek dat mijn man en ik hebben gevoerd. Dat wij verbazing ervaren zijn over de zegen die wij ontvangen. We ervaren de zegen van de Heer, maar soms is een zegen bijna onwerkelijk. Ik weet voor 100% dat wij deze woorden met iemand hebben gedeeld.Maar ook de diepgaande betekenis van sommige woorden die over ons zijn uitgesproken. Zin voor zin schrijf ik de woorden op. Elke betekenis en definitie, aangezien ik ervaar dat al mijn gebeden van de afgelopen periode terugkomen in deze voicememo. Het is een bevestiging van de juiste focus hebben en te mogen staan als een eiken van de gerechtigheid, een planting door de HEERE, om Hem te verheerlijken. Zoals de Here mij in mijn droom de tekst uit Jesaja 61 gaf.
De woorden, Dochter onderschat niet wie je bent! Raken zo mijn hart, dat de tranen over mijn wangen vloeien.
Hierop volgen de volgende woorden: Je staat naast deze lange en krachtige man van God. Soms denk je; hij is de gezegende en getalenteerde. Maar veel van wat hij is, komt door jou. Je bent krachtig, een zegen en een bemoediging. Wow, dit is hoe de Here mij ziet. Een aantal dagen lees ik de woorden keer op keer, voordat het besef komt hoe Hij mij ziet. Terwijl de dagen voorbijgaan lees ik de woorden die zijn gesproken en bij de bovenstaande woorden, neemt de Here mij mee terug naar het beeld van de schaduw. Ik heb vaak gezegd dat schuilen achter mijn man een goede en vertrouwde positie is. Maar de Here heeft laten zien dat dit niet mijn plaats is. Hij wil mij naast die krachtige pilaar en in mijn eigen positie. Samen wandelend 😊Aangezien hij ons als zijn vertrouwelingen ziet. Normaal waren dit woorden die ik terug las over Abram of Mozes, maar die ik nooit zou koppelen aan mijn eigen wandel met de Here.
Als laatste spreken de woorden dat hij mij ziet als een matriarch woman :(Vrouwelijk hoofd,een vrouw die hoofd en heerser is van haar familie of van een stam. Niet overheersend) En komt de tekst van Titus terug in mijn gedachten vanuit de droom. Een tekst die ik vaak heb gelezen, overdacht en terugkomt in mijn blog en gesprekken.
De zondag die hierop volgt, krijgt mijn man het op zijn hart om een broer en zijn gemeente te bezoeken. Door file op de weg zijn we net op tijd als het Woord van de Here wordt gedeeld. Tijdens het delen komen de eerder genoemde teksten terug in het Woord wat die dag gedeeld wordt. En ervaar ik de knipoog van de Here. Met al het bovenstaande huiswerk ga ik aan de slag. Er zijn een aantal vragen die ik mezelf stel:
– Waar ben ik in de afgelopen periode doorheen gegaan en heeft dit mij gevormd?
– Je roeping is een groeiproces en waarvoor is het proces nodig?
– Ben ik geestelijk te afwachtend geweest en heb ik de juiste focus gehad?
Geestelijk afwachtend (deel 2)
Tijdens het schrijven van deel 1 van deze blog, ervaarde ik dat deze blog nog niet af was. En werd ik bepaald bij een deel 2, om de bovenstaande vragen in het woord te toetsen en op te zoeken. Ik weet dat deze droom en woorden van God niet alleen voor mij waren, maar ook voor mijn zussen. Het is een weg die niet alleen wij gaan, maar ook de vrouwen uit het Woord van de Here.
Waren de vrouwen uit het woord van de Here afwachtend en welke focus hadden zij? Waardoor werden zij gevormd en welke processen waren hiervoor nodig?
Bij elk verhaal waar een vrouw in voorkomt in de bijbel, kan je de bovenstaande vragen naast leggen. En hiermee komt het proces van vorming, focus en het nemen van geestelijke autoriteit naar voren. Deze vrouwen zullen ook hebben gezocht hoe zij hun talenten kunnen inzetten om God te dienen of kwamen in situaties terecht waar zij droogte en teleurstelling ervaren. Terwijl ik deze woorden op schrijf hoor ik de volgende woorden vanuit mijn tv komen:
Mary, did you know that your baby boy would one day walk on water? Mary, did you know that your baby boy would save our sons and daughters? Did you know that your baby boy has come to make you new? This child that you delivered, will soon deliver you
When you kiss your little baby, you kiss the face of God
The blind will see, the deaf will hear. The dead will live again. The lame will leap, the dumb will speak the praises of the Lamb
Mary, did you know that your baby boy Is Lord of all creation?
Hoe zal Maria zich hebben gevoeld toen zij zwanger bleek te zijn en de belofte die zij ontving? Zal zij direct hebben gedacht; dit zal Jozef ook direct geloven als ik het hem vertel. Wat zal zij ervaren hebben, angst, teleurstelling of onwetendheid? Zal zij zich ervan bewust zijn geweest welke weg en richting zij op moest. En wat voor onderdeel zij was van Gods plan.
En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. (Lukas 1:30-33 HSV)
Of wanneer zij op de ezel had plaats genomen met de baby in haar armen? Zal zij met een gerust hart zijn vertrokken? Zal zij zich ervan bewust zijn geweest, wie zij in haar armen droeg? En als zij zijn gezicht kuste, dat zij God kuste. En welke wonderen en tekenen hij zou laten zien? Welke weg hij zou gaan voor onze verlossing 2000 jaar later?
Nadat zij vertrokken waren, zie, een engel van de Heere verschijnt Jozef in een droom en zegt: Sta op, en neem het Kind en Zijn moeder met u mee, en vlucht naar Egypte, en blijf daar totdat ik het u zal zeggen, want Herodes zal het Kind zoeken om Het om te brengen. Hij stond dan op, nam het Kind en Zijn moeder in de nacht met zich mee en vertrok naar Egypte. (Mattheüs 2:13-14 HSV)
Of toen zij met haar gezin onderweg was en Jezus bleek niet te zijn meegekomen en ze de weg terug moesten gaan om hem op te halen. En zij hem aantroffen in de tempel waar hij onderwijs gaf en hij woorden tegen haar sprak die zij niet begreep. Onwetend en overvallen door emoties omdat zij haar kind kwijt was.
En toen zij Hem zagen, stonden zij versteld, en Zijn moeder zei tegen Hem: Kind, waarom hebt U ons dit aangedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. En Hij zei tegen hen: Waarom hebt u Mij gezocht? Wist u niet dat Ik moet zijn in de dingen van Mijn Vader? En zij begrepen het woord niet dat Hij tot hen sprak. En Hij ging met hen mee en kwam in Nazareth en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart. (Lukas 2:48-51 HSV)
Maria nam de woorden van de Here serieus en sloeg ze op in hart. Zonder er weet van te hebben wat de Here er mee bedoelde. Op sommige momenten zal de twijfel of angst hebben toegeslagen. Zal zij naar de wolken hebben gekeken en hebben gedacht, wat moet ik doen? Al die seizoenen waar zij doorheen ging en gevormd werd naar de vrouw die God op het hart had. Het zal ook voor haar een zoektocht zijn geweest. Ze stapte uit haar schaduw en nam de rol aan die haar werd toebedeeld. Ook sloeg zij de woorden op in hart en stelde zich bruikbaar en dienstbaar op voor Gods plan. Haar focus was op de Here en ze was zeker niet geestelijk afwachtend. En de nederigheid sierde haar.
De Samariaanse vrouw is een vrouw die de nodige uitdagingen voor haar kiezen kreeg. In haar dorp werd zij veroordeeld en genegeerd, aangezien zij 5 heren diende. Dit zullen 5 afgoden zijn geweest. Ze diende de vijand door hen te eren. Dit maakte haar leven niet makkelijker en zij was op haar hoede toen zij Jezus ontmoette.
Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zei tegen haar: Geef Mij te drinken. Want Zijn discipelen waren weggegaan naar de stad om voedsel te kopen. De Samaritaanse vrouw zei tegen Hem: Hoe vraagt U, die een Jood bent, van mij te drinken, terwijl ik een Samaritaanse vrouw ben? Want Joden hebben geen omgang met Samaritanen.
Door het dienen van de afgoden, leefde zij geestelijk in een woestijn en kende zij weinig zegen. Ook was het niet gebruikelijk in deze cultuur om als jood omgang te hebben met een samaritaanse. Ze zal zich als tweederangsburger hebben gezien en ervaarde hierdoor afwijzing. Er was geen man die voor haar zorgde en zij bezocht de put ook op een tijdstip dat de andere vrouwen er niet waren. Zodat zij niet veroordeeld hoefde te worden. Door alle meningen, geestelijke droogte en teleurstellingen een eenzaam leven.
Jezus antwoordde en zei tegen haar: Als u de gave van God kende, en wist Wie Hij is Die tegen u zegt: Geef Mij te drinken, u zou het Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water gegeven hebben. De vrouw zei tegen Hem: Heere, U hebt geen emmer en de put is diep; waar hebt U dan het levende water vandaan? Bent U soms meer dan onze vader Jakob, die ons de put gegeven heeft en zelf daaruit gedronken heeft, evenals zijn kinderen en zijn kudden? Jezus antwoordde en zei tegen haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven. De vrouw zei tegen Hem: Heere, geef mij dat water, opdat ik geen dorst meer zal hebben en niet hier hoef te komen om te putten.
Jezus nodigt haar persoonlijk uit en doet haar een aanbieding om haar geestelijke droogte te verhelpen. Door al haar eerdere ervaringen is zij op haar hoede en wil zij eerst weten wat voor vlees zij in de kuip heeft. Hierdoor stelt zij vragen, aangezien zij vanuit haar verleden eerder heeft laten verleiden en hier bedrogen uit is gekomen. Ze is door al haar teleurstellingen en afwijzingen een zoektocht begon naar het goede. Maar stootte steeds haar neus.
Jezus zei tegen haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. De vrouw antwoordde en zei tegen Hem: Ik heb geen man. Jezus zei tegen haar: U hebt terecht gezegd: Ik heb geen man, want vijf mannen hebt u gehad en die u nu hebt, is uw man niet; dat hebt u naar waarheid gezegd. De vrouw zei tegen Hem: Heere, ik zie dat U een profeet bent. Onze vaderen hebben op deze berg aanbeden, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden. Jezus zei tegen haar: Vrouw, geloof Mij, de tijd komt dat u niet op deze berg, en ook niet in Jeruzalem de Vader zult aanbidden. (Johannes 4:7-21 HSV)
Haar focus veranderd door het gesprek wat hierop volgt. Zij is bekend wat erin het Woord wordt gesproken. Maar haar emoties zorgen ervoor dat zij niet de geestelijke autoriteit neemt. Hij spreekt haar aan op haar zonden en deze incasseert zij dapper, aangezien zij al eerder met deze veroordeling te maken heeft gehad.
De vrouw zei tegen Hem: Ik weet dat de Messias komt (Die Christus genoemd wordt); wanneer Die gekomen zal zijn, zal Hij ons alles verkondigen. Jezus zei tegen haar: Ik ben het, Die met u spreekt. En op dat moment kwamen Zijn discipelen en zij verwonderden zich dat Hij met een vrouw sprak. Toch zei niemand: Wat zoekt U? of: Wat spreekt U met haar? De vrouw nu liet haar waterkruik staan en ging weg naar de stad en zei tegen de mensen: Kom, zie Iemand Die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb; zou Híj niet de Christus zijn?(Johannes 4:25-29 HSV)
Door de persoonlijke ontmoeting met Jezus en het Woord wat hij tot haar had gesproken, nam zij haar geestelijke verantwoording en stapte uit in de kwaliteit die God haar had gegeven. Ze ging terug naar het dorp en deelde de boodschap die zij had ontvangen. Ze nam de geestelijke autoriteit die God had gegeven en deelde haar ontmoeting met haar dopelingen die haar eerder hadden veroordeeld. Ze was nederig van hart, want ze hield de ontmoeting niet voor haarzelf.
Voor Maria was het een levenslang proces waar zij doorheen ging, maar telkens weer vertrouwde zij op de woorden die werden gesproken door God. Ondanks dat zij niet wist wat er komen ging of wat zij zou ervaren. In elke fase van haar leven nam zij haar geestelijke autoriteit en dit deed zij in volkomen nederigheid. De Here had een speciale taak voor haar weggelegd en zij bleef trouw aan het gene wat zij ontving.
De samiritaanse vrouw had één gesprek wat haar van een rups naar een vlinder deed veranderen. Zij werd hiermee van zonde verlost en nam ook haar geestelijke autoriteit door uit te stappen en de belofte te delen die zij ontving.
In mijn eigen proces heb ik mogen ervaren dat wij door allerlei processen gaan in ons leven. Dat er seizoenen zijn, waar wij worden uitgedaagd om de juiste focus te houden. Ondanks wij met onwetendheid en droogte te maken krijgen. Daarom is het van groot belang dat wij een visie en missie hebben voor de bieding die wij van onze vader hebben ontvangen. Wij uitstappen in geestelijke autoriteit en niet langer afwachten. De Here verlangt ernaar dat wij Hem dienen, ons hart delen en gaan wandelen in zijn plan. Het is een groeiproces, waar je zal vallen en zal opstaan. Fouten zal maken en mag leren. Want door hetgeen te doen wat wij zelf niet kunnen bedenken zullen wij ervaren dat er grotere zegeningen op ons pad komen. Maar één belangrijk is dat onze ogen op hem gericht zullen zijn ten aller tijden. Ik daag je uit niet langer geestelijk af te wachten, maar uit te stappen in geestelijke autoriteit.
Je roeping volgen is een groeiproces