Waardevolle kinderen van de Here,
Wij zijn aangekomen op dag 2 van jouw vasten vierdaagse. En is het van noodzakelijk belang dat wij ons gesloten verbond met de Here eens onder de loep leggen. Het verbond dat wij sluiten en de relatie die wij met Hem hebben mogen we zien als een huwelijk. Het huwelijk is iets waar eenieder een andere interpretatie van heeft. Er zullen broers en zussen onder ons zijn die hun koper, zilver of gouden huwelijksjubileum hebben gevierd. Maar ook broers en zussen die net uit hun wittebrood weken zullen komen of hun katoenen huwelijksjubileum hebben mogen vieren. Vanaf het eerste moment dat wij een keuze maken voor Jezus, gaan wij een verbond met hem aan, waar Hij ons ziet als zijn stralende bruid. Onze relatie met Jezus is hierdoor als een huwelijksverbond, dat wij dienen te onderhouden en elke keer opnieuw moeten aangaan. Daardoor zullen wij in ons verbond/huwelijk verschillende seizoenen doorkruizen, waar de Here ons uitdaagt het met Hem te onderzoeken. We zullen van tijd tot tijd, tijden van droogte ervaren. Dit kun je als aanval van de vijand ervaren. Maar vergis je niet, deze tijd geeft de Here ook! Zodat er een bewustzijn gecreëerd wordt van de verbonden die wij buiten het huwelijk aangaan.
Hiervoor zal hij ons in de woestijn lokken en ons hart schoonwassen van de zaken die niet van Hem zijn. Hij zal rechtstreeks tot ons hart spreken. Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. (Hosea 2:13 NBG51)
Het is niet dat hij ons in deze woestijntijd verstoot, maar juist wil werken aan een wederkerige relatie. Waar er een deelname is aan een dynamisch proces en dat moet wederzijds zijn. Ben je bereid de woestijn te worden ingeleid en “wil” je jouw hart onderzoeken?
“Wil’ is Thelema (Grieks: Θελημα voor wil of intentie) Θελημα :De wil, het willen. De wens, bedoeling, plan. Θελημα 1 wat iemand wenst of besloten heeft te doen, van het voornemen van God om de mensheid te zegenen in Christus, van wat God verlangt dat door ons gedaan moet worden; bevelen, voorschriften, wil, keuze, neiging en verlangen.
Als wij ons hart onderzoeken en deze openstellen voor hetgeen de Here wil spreken, is het van groot belang dat wij de volgende punten onderzoeken:
1: Gedachten: Hoe denk ik over mezelf en welke gedachten laat ik toe?
Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus. (Filippenzen 4:6-7 NBG51)
2: Emoties: Welke emoties laat ik toe of laat ik overheersen? (Psalm 42:1/12 NBG)
3: Ambitie: Welke verlangens heb je op je hart en wil je doen? Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid voor God. Want er staat geschreven: Die de wijzen vangt in hun sluwheid; (1 Korintiërs 3:19 NBG51)
4: Bewustzijn: Speelt de stem van de Heilige Geest een grote rol in je leven? Ben je gehoorzaam aan die stem? Want zo zegt de Here Here, de Heilige Israëls: Door bekering en rust zoudt gij verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn, – maar gij hebt niet gewild. Daarom verlangt de Here ernaar u genadig te zijn, en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de Here is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten. (Jesaja 30:15, 18 NBG51)
Als wij ons hart hebben onderzocht en ruimte hebben gemaakt voor hetgeen de Here wil spreken en wij zullen vanuit de woestijn een heilige rust ontvangen, dan zullen wij door de deur van Hoop mogen gaan. Hiervan uit mogen wij nieuwe vruchtbare grond ontvangen en een nieuw verbond sluiten in ons huwelijk met de Here.
Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte. (Hosea 2:14 NBG51)
Om deze tekst te begrijpen is het van belang dat wij bewust zijn wat het dal van Achor inhoudt. In Jozua 5:13/15 lezen we dat Jozua bezoek kreeg van een man, die met een getrokken zwaard in zijn hand voor hem stond. Jozua is overrompeld door de gebeurtenis en weet niet of de man bij hem hoort of dat hij iemand van de vijand is. Als de man zich bekend maakt als een bevelhebber van de Here en aan Jozua vraagt zijn schoenen uit te doen, aangezien hij op heilige grond staat, beseft Jozua zich wie er voor hem staat en doet dit direct. Het gebeurde nu, terwijl Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen opsloeg – zie, daar stond een man tegenover hem met een uitgetrokken zwaard in de hand. Jozua trad op hem toe en vroeg hem:
Behoort gij tot ons of tot onze tegenstanders? Doch hij antwoordde: Neen, maar ik ben de vorst van het heer des Heren. Nu ben ik gekomen. Toen wierp Jozua zich op zijn aangezicht ter aarde, boog zich neer en zeiden tot hem: Wat heeft mijn heer tot zijn knecht te zeggen? En de vorst van het heer des Heren zeiden tot Jozua: Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop gij staat, is heilig. En Jozua deed dit. (Jozua 5:13-15 NBG51)
Jozua krijgt een opdracht van de bevelhebber mee: Doch de stad en al wat erin is, zal door de ban de Here gewijd zijn; alleen de hoer Rachab zal in leven blijven, zij en allen die met haar in het huis zijn, omdat zij de boden die wij uitgezonden hadden, heeft verborgen.
Gij echter, neemt u in acht voor het gebannene, opdat gij niet, terwijl gij met de ban slaat, van het gebannene neemt en de legerplaats van Israël onder de ban brengt en in het ongeluk stort. Al het zilver en goud en de koperen en ijzeren voorwerpen zullen de Here heilig zijn: het zal bij de schat des Heren komen. (Jozua 6:17-19 NBG51)
Jozua deelt het gesproken woord en geeft de opdracht aan het volk van God. Maar één man was ongehoorzaam aan het woord van de Here. Achan verkoos zijn eigen plan en liet zich leiden door begeerte en hebzucht. Achan nam iets van het gebannene mee naar zijn tent en verstopte het onder de kleden van zijn tent. Door deze actie kwam het hele volk van Israël onder de ban te liggen. Dat God zijn handen van het volk had afgetrokken en niet meer met hen was, werd zichtbaar toen zijn uitgingen om Ai te verslaan. Ze dachten hen makkelijk te kunnen verslaan, maar werden door de tegenstander zelf verslagen. Omdat God hen had verlaten kon het volk geen stand meer houden tegen hun vijanden. De enige manier om te zorgen dat God weer met hen zo zou zijn, als zij de ban uit hun midden zo verdelgen. Het volk was onrein en moest geheiligd worden. Jozua kreeg de opdracht van de Here om in de ochtend de stammen bijeen te roepen en te laten aantreden, zodat de Heere de schuldige zou aanwijzen. En wat de Heere beloofde gebeurde ook.
Uit de stam Juda werd, uit het geslacht van de Zarchieten, de familie Zabdi aangewezen. Toen de familie van Zabdi voor Jozua stond, werd Achan als schuldige aangewezen. Jozua conformeerde Achan en vroeg hem om voor de Here een belijdenis te doen. Jozua vroeg hem wat hij had gedaan, waarop Achan beleed dat hij gezondigd had tegen de Here. Achan beleed, dat hij de mantel van Sinear , een mooi stuk en tweehonderd sikkelen zilver en een staafgoud van vijftig sikkelen gewicht uit begeerte had weggenomen. Achan had dit alles in de grond van zijn tent verborgen. Jozua zond boden uit, om de spullen uit zijn tent te halen. Toen de boden de spullen uit de tent hadden gehaald, brachten zij dezen naar Jozua en de Israëlieten en stortte het voor het aangezicht van de Here uit. Jozua nam, tezamen met geheel Israël, Achan, het zilver, de mantel, het staafgoud en zijn zonen en dochters, zijn runderen, ezel en kleinvee en zijn tent al wat hem toe behoorde. En zij voerden hem naar het dan van Achor, waar zij werden gestenigd. Het dal van Achor werd een deur van Hoop Nadat het kwaad was verdelgd, liet de Heere Zijn toorn over het volk varen. Het dal van Achor betekende voor Achan en zijn familie het einde (de dood). Maar voor de Israëlieten werd het dal van Achor tot een deur der hoop, omdat in het dal van Achor het tij werd gekeerd. Zij werden verzoend met God. God werd weer hun God en zij Zijn volk. (Jozua 7:1/26)
Zowel Jesaja als Hosea schreven over het dal van Achor. Ze profeteerden over de komst van de Messias Jezus en dat Zijn verlossende werk aan het kruis een deur der hoop zou worden, voor eenieder die in Hem zou geloven en Hem zou aannemen als Verlosser en Heer. Jezus werd een deur der Hoop Het dal van Achor is de plek waar de oude mens zijn zonde mag achterlaten en waar de nieuwe mens op mag staan. Waar Jezus een nieuw verbond voor ons aanging met God de Vader, mogen wij het dal van Achor als plaats van hoop ervaren. Wanneer je naar het dal van Achor gaat, betekent dit het einde van jouw zonde en maak je een bewuste keuze voor een nieuw begin. Waar je op mag staan en jezelf in Hem mag heiligen, aangezien Zijn gerechtigheid ons bekleed. (Jozua 7 :10 en 13)
Hiervoor is het van groot belang dat wij het gevecht aangaan, onze verborgen zondes opgraven en deze teruggeven aan de vijand en hierdoor deze zonde afsluiten. Waar je focus en je vertrouwen op onze liefdevolle Vader mag liggen. Jouw focus en een bewustzijn op jouw verbond met Hem! Want waar hoop stopt, draagt liefde verder! De zonde betaalt een hard loon: de dood! Maar de genade van God geeft wat niemand verdient: eeuwig leven met Christus Jezus, onze Here. (Romeinen 6:23 HTB) Ben je bereid je oude ik af te leggen, je tent op te ruimen en ben je klaar om door het dal van Achor te gaan? Met jouw verbond deel te nemen aan de eeuwigheid waar je de gerechtigheid en goedertierenheid van de Here zal ontvangen?! De Here wil jouw heiligen!
Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de Here kennen. (Hosea 2:18-19 NBG51)