Moederliefde als gave

Als vrouw en moeder ken ik de kracht waar Jezus mij inzet. In mijn wandel, stille tijd en het delen van mijn hart door gebed met de Here, weet ik dat de vijand wel eens een poging waagt om van mijn kracht een valkuil te maken. Daarom is het van groot belang dat je hiervan bewust bent. Waar zet je deze in, zodat hij tot zegen, opbouw en doorbraak voor een ander en jezelf is. De Heer heeft ons bewust een gave gegeven. Zoals wij in de onderstaande tekst mogen lezen, dat God gericht gave gaf aan een persoon. En hoe bijzonder is het dat Hij deze geeft, zodat zijn Glorie en inzichten zichtbaar worden? Hoe wordt jouw gave ingezet? 

In Suriname is er een plek die alles samenvattend is, Waterkant. Vanaf waterkant kijk je uit over de Bosjesbrug en kan je onder het toeziend oog van koningin Wilhelmina de beste pom die ze in Suriname verkopen eten. Het is een plek met twee gezichten. Hij wordt door vele toeristen bezocht, etenswaren worden er verkocht en overdag slapen daklozen er onder de bomen op bankjes. Het is ook een plek waar een doorgangsweg aan verbonden is en waar vele belangrijke overheidsgebouwen zich bevinden.

Zodra het schemerig wordt veranderd de atmosfeer aan de waterkant. Het is dan een plek die door de lokale inwoner van Paramaribo wordt bezocht om te chillen met vrienden, gezinnen die een verjaardag samen vieren of stelletjes die graag tijd met elkaar doorbrengen. Maar het is ook een plek waar vele dakloze en verslaafde naar toe trekken, voor allerlei doeleinden. De een probeert er te scoren, de ander is opzoek naar een maaltijd en weer een ander past op een kraam en krijgt een vergoeding.

In beide vakanties in 2013 en 2019 heeft ons gezin Waterkant met enige regelmaat bezocht, zowel overdag als in de avond. Wel valt tussen al deze verschillende scenario’s iets direct op; dat er mannen rond lopen en constant heen en weer fietsen. In de geest is het duidelijk zichtbaar dat deze hier niet voor het lekkere eten komen of de schoonheid van het land. Het lijkt net als ze voorbijgaan dat niet hun schaduw zichtbaar is, maar donkere rook vanaf hun lichaam afkomt.     

Terwijl wij langs de waterkant lopen spreken wij iedereen aan die ons passeert. Allemaal met een eigen verhaal, benadering en uiteindelijk een vraag/verzoek. Dit kan zijn: ”Willen jullie voor mij bidden of heb je wat SRD’s voor een maaltijd?”  

Als ik mijn man zie staan bij een persoon die gebogen met zijn hoofd op de betonrand ligt loop ik naar hem toe om mee te bidden, aangezien ik aan de gebaren zie en het gesprek hoor dat mijn man aanstalten maakt om voor deze man te bidden. Nadat hij met zijn hoofd liggend op het beton een keuze voor Jezus heeft gemaakt. Op het moment dat ik naast hem sta zie ik in de verte iemand aankomen lopen, alleen in een T-shirt. Zodra deze persoon nadert valt het me op dat het een jong meisje is, niet ouder dan 14 jaar. Ze begint druk te zwaaien met allerlei biljetten en begint zowel in het Surinaams als Nederlands tegen mij te praten. Gelukkig zijn er in de afgelopen jaren wat woorden blijven hangen. Er is in eerste instantie geen touw aan het verhaal vast te knopen en ervaar ik een soort ongemak. Maar door een snelle puzzel van de woorden te maken en de Heer te vragen om wijsheid, begrijp ik al snel wat ze bedoelt en wil. Wel vind ik haar lastig in te schatten en ervaar ontzettende druk. Een soort onderbuikgevoel wat lastig te plaatsen is. Het is duidelijk dat ze zichzelf niet is en veel heeft meegemaakt in haar jonge leven. In eerste instantie gaat er door mijn gedachten heen; wat wil ze en wat gaat deze situatie brengen? En merk ik dat mijn lichaam een houding aanneemt die op elk moment over kan gaan tot actie.

Ondertussen doet ze haar verhaal, zwaait druk met haar armen en probeert ze achter mijn man te gaan staan. Deze is bezig met bidden en ik merk dat er allerlei alarmbellen afgaan. Ik zet bijvoorbeeld een soort van onbewust de tas van mijn man achter mij en ondertussen probeert zij mijn man juist aan te raken. Mijn man vraagt haar vriendelijk, maar met een duidelijke toon, afstand te houden en hierop richt ze zich weer tot mij.

Op het moment dat hij dit aan haar vraagt, hoor ik een stem in mijn oor fluisteren: ”Lisa, ze proeft Mijn liefde en aanwezigheid. Blijf staan en laat je moederhart zien die ik jou heb gegeven!” Ondertussen blijft ze haar verhaal doen en geeft ze aan geen plek te hebben. Dat ze opzoek is, dat mannen haar lastig vallen en altijd iets van haar willen. Al snel komt ze tot haar punt. Ze geeft aan geld te willen voor een maaltijd en misschien een slaapplek, want ze heeft al meer dan een dag niet gegeten en slapen is niet echt nodig. Constant verandert ze haar verhaal door de chaos in haar hoofd en hart, en probeert de vijand onrust en verwarring te zaaien. Ik luister naar de woorden die de Here in mijn oor fluistert en ik zie en luister op een andere manier naar haar verhaal en woorden die zij spreekt. Mijn lichaam ontspant en ik zie de chaos in haar ogen, maar ook een verlangen naar wat Jezus haar wil geven. Vandaar dat zij het verlangen had om te willen aanraken. 

Petrus zei echter: Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in de Naam van Jezus Christus de Nazarener, sta op en ga lopen! (Handelingen 3:6 HSV‬‬) 

Ik geef aan geen geld te hebben, maar ik wel voor haar wil bidden en een maaltijd wil kopen. Zonder enige twijfel en vrij direct is haar antwoord; Wat moet ik hiervoor doen?! Ik moet even schakelen en voordat ik het weet hoor ik mezelf tegen haar zeggen; Opeten!? Terwijl ik dit zeg, gaan er allerlei scenario’s door mijn hoofd, waarom zij deze vraag stelt. Door mijn reactie is zij even uit haar doen en ik zie haar schakelen, maar een tegenreactie blijft uit. Op dat moment spreekt mijn moederhart en pak ik haar even vast. Kort daarna begint ze schokkend te huilen en ik voel haar lichaam bewegen, maar deze omhelzing is van korte duur. Iets overvalt haar en het ontvangen van deze liefde is iets wat zij niet gewend is of door haar leven op de straat en kan het hierdoor niet ontvangen. Hierop begint ze zich ernstig te misdragen, door in gebukte houding te plassen en showt haar achterwerk. Ondertussen roept ze van alles en rent ze er vandoor. Iedereen die eromheen staat en een gezin dat iets verder op een bankje zit, kijken haar verbaasd na.  

Als wij die avond naar huis rijden, ik achter in de auto zit, de wind door mijn haren voel gaan en alle ontmoetingen door mijn gedachten laat gaan. Zie ik ineens het desbetreffende meisje zitten met een bakje eten in de portiek van de bank. Ik zie haar het eten naar binnen schrokken en direct schiet er door mijn gedachten; wat zal zij daarvoor gedaan hebben? Het is een ontmoeting die mij niet meer loslaat en in de dagen die hierop volgen hoop ik haar wederom te ontmoeten. Voor de zekerheid stop ik elke avond weer een korte broek in mijn handtas. De dagen gaan voorbij, maar zien doe ik haar niet. Elke keer als ik mijn knieën buig om de Here te zoeken of ik een kort moment ergens moet wachten bid ik dat onze vader haar hart zal vrijzetten en zal aanraken. Haar vooral zal veiligstellen en beschermen zowel lichamelijk als geestelijk. Als iemand haar een onrein voorstel zal doen, dat diegene de heerlijkheid van God zal ervaren en wordt gewezen op zijn eigen duisternis. Dat ze een plek mag vinden waar zij rustig haar hoofd kan neerleggen om te rusten, zal voorzien worden van een maaltijd en de liefde van een moederhart mag ervaren. 

Ook vraag ik aan verschillende zussen die ik in de loop van de week spreek of ze haar kennen. Vele geven aan dat ze haar wel in het voorbij gaan hebben gezien, maar haar nooit hebben gesproken. Ik vraag aan een aantal zussen specifiek voor haar te blijven bidden en als zij haar zien hun moederhart te laten zien. Het is de laatste avond van onze reis en we zijn druk bezig op Sommelsdijk, waar we vele mensen bij Jezus mogen brengen en ze direct mogen dopen.

In een flits zie ik haar voorbij lopen in een broek en shirt totaal in haar eigen wereld, maar met een glimlach. Er rest mij niks anders dan de Koning van wonderen te danken voor zijn goedheid. De weken gaan voorbij, maar ze verdwijnt niet uit mijn hart of gedachten. Of we ooit nog een ontmoeting zullen hebben weet God alleen. Maar het was wel een ontmoeting die ons beide heeft geraakt. 

Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; [7]  en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. (Filippenzen 4:6-7 HSV‬‬) 

U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag… Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. Verblijd u altijd. Bid zonder ophouden. Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u.’ 
– Thessalonicenzen 5:5-6, 16-18 (HSV).  

Plaats een reactie